Interview: Piet van IJzendoorn over de relatie boer, burger en bankier

Interview: Piet van IJzendoorn over de relatie boer, burger en bankier

Piet van IJzendoorn is boer en academicus en studeerde milieukunde en orthopedagogie. Jaarlijks is hij gastheer van het zogeheten zomercollege ‘Boer, burger en bankier’ op zijn biologisch-dynamische boerderij Zonnehoeve in Zeewolde vlakbij Almere. Steevast is Felix Rottenberg de voorzitter, die dan op geheel eigen wijze de scepter zwaait, om een volle dag een deliberatie over de toekomst van ons voedsel in goede banen te leiden.

Ook tijdens de meest recente aflevering vraagt de voorzitter bij de aftrap wie er zoal in de zaal aanwezig zijn. Opnieuw zijn er boeren, burgers en bankiers. Ook zijn er wetenschappers, duurzame ondernemers, studenten, activisten, journalisten, adviseurs en ambtenaren. Een gemêleerd gezelschap van zo’n 150 mensen die een prikkelend programma voor de boeg hebben. En Rottenberg wijdt zich, op vermakelijke wijze, aan zijn opgave onverbiddelijk door te vragen en het gezelschap te behoeden voor het bewandelen van de weg van de minste weerstand.

Piet, wat is jouw drijfveer om deze bijeenkomsten jaarlijks te organiseren?
“Het zomercollege is bedoeld voor mensen die zich bezighouden met voedsel en landbouw en een verdieping zoeken in hun denken over de toekomst. De financiële wereld en ook de politiek zijn over het algemeen gericht op de korte termijn. We hopen met het programma deelnemers te inspireren om zich een voorstelling te maken van een toekomst, zo’n zeven generaties na nu. Dan ontstaat er een notie van een tijdsbestek dat ons beter in staat stelt te reflecteren op wat ik het ‘cultuurpatroon’ noem. Dat wil zeggen het patroon van gebruiken, normen en waarden van waaruit we nu, in het heden, beslissingen nemen. Beslissingen die impact hebben op de leefbaarheid van onze wereld in de toekomst.”

Ruim 30 jaar geleden startte je met zeven anderen de Zonnehoeve op een groot stuk land van 50 hectaren midden in Flevoland. Wat is de betekenis van de Zonnehoeve?
"In de jaren zestig zag ik de industriële landbouw opkomen. De kunstmest bracht hogere opbrengsten, maar leidde ook vrijwel meteen tot meer schimmels en plagen. Begin jaren '60 werd er één keer gespoten met groeistoffen en kleurstoffen. Eind jaren zestig werden er al 18 verschillende middelen gebruikt voor dezelfde tarweoogst. Ergens in die tijd heb ik een keer 50 uur achter elkaar op een trekker gezeten en besefte: dit is niet meer echt "boer zijn".
En toen jullie de Zonnehoeve startten moest het anders…

“In 1982 zijn we hier in de kale vlakte vanuit het niets begonnen. Ik wilde bewijzen dat biologische-dynamische landbouw niet van vroeger is, maar van de toekomst, passend in een nieuwe cultuur. Wij kozen ervoor om in de bedrijfsinrichting aan te sluiten op de schaalgrootte van gangbare boeren, want wij wilden dat ze kwamen kijken. Dat gebeurde ook. In de eerste jaren keken ze vooral met wantrouwen, maar gaandeweg vond er een omkering plaats en gingen steeds meer boeren in de regio omschakelen. Voor die boeren heb ik erg veel bewondering, want als je uit de gangbare hoek komt ondervind je veel weerstand. Inmiddels zijn er heel veel biologische en biologisch-dynamische boeren in Flevoland."

Waarin uit zich concreet jullie visie op de toekomst?
"Wij zijn met ons bedrijf tegen alle aannames van de gangbare landbouw in gegaan. We zochten naar een positieve spiraal, waarbij je kunt produceren op basis van zonnekracht en tegelijk de bodem vruchtbaarder maakt. In de jaren '60 zaten gangbare bedrijven in een negatieve spiraal. Alle grote veebedrijven hadden inmiddels drijfmest. Die is dodelijk voor het bodemleven, na het injecteren zie je overal dode regenwormen liggen. Ik wist dat ik een nieuw soort mest moest genereren, die de grond en het bodemleven echt kon voeden, een aeroob mengsel van mest en stro. Daarom gingen we uitruilen met andere boeren die akkerbouwer zijn; zij kregen mest van ons, wij hun stro.”

Na 30 jaar is de milieubewuste aanpak van de Zonnehoeve dus betekenisvol gebleken voor de omgeving. Hoe zit het met het effect van de colleges, nu viermaal op rij? Wat is de impact?
“We willen een bijdrage leveren om tot inzichten te komen die de kwaliteit van onze beslissingen, die onze toekomst aangaan, positief beïnvloedt. We zien dat het leiderschap in ons land nog onvoldoende effectief beslissingen neemt voor de verduurzaming van de landbouw. Het zijn regeltjes voor de korte termijn. Ik ben bijvoorbeeld ook betrokken bij de Vereniging voor melkveehouders. Er is veel te doen over fosfaat- en nitraatvervuiling door mestoverschot. Recente maatregelen van de overheid leiden ertoe dat kleinere boerenbedrijven er mee ophouden. Terwijl het juist deze kleinere bedrijven zijn, die gemotiveerd milieubewust handelen en daar hun bedrijfsinrichting op hebben afgestemd. Maar als dat allemaal anders moet en er opnieuw flinke investeringen nodig zijn dan redden deze boerenbedrijven het niet. De aard van de regeltjes maakt ook dat boeren opportuun gaan calculeren en zich richten op financiële voordelen. De aandacht gaat dan naar de verhandeling van fosfaatrechten. We schieten zo het doel voorbij en dat is simpelweg de bodem en het grondwater te vrijwaren van belastende vervuiling."

"Voedsel hoort in mijn optiek thuis onderaan de Piramide van Maslov. Het is een primaire levensbehoefte en iedereen heeft recht op goed en gezond voedsel."

Dus de bijeenkomsten dragen bij om de focus op belangrijke duurzame doelstellingen voor de lange termijn scherp te houden?
“Voedsel is te veel een speelbal van de mores van de financiële en politieke machtssystemen. De zomercolleges geven ruimte aan de culturele onderstromen die tot alternatieve gedachten en handelingsperspectieven willen komen. Voedsel hoort in mijn optiek thuis onderaan de Piramide van Maslov. Het is een primaire levensbehoefte en iedereen heeft recht op goed en gezond voedsel. De wijze waarop we voedsel nu wereldwijd verhandelen en ons eten daarmee blootstellen aan speculatie op de financiële markten gaat in tegen dit rechtvaardigheidsprincipe. De industriële productievormen zorgen ook nog eens voor anonieme producenten. Het is nodig dat we met elkaar in gesprek kunnen en samenwerken aan een duurzaam voedselsysteem."

Elk jaar staat een bepaald thema centraal. Tijdens de laatste aflevering was Klaas van Egmond, hoogleraar geowetenschappen, de hoofdspreker. Het thema was de relatie tussen ons voedselsysteem en het migratievraagstuk. Complexe, samenhangende onderwerpen passeerden de revue.
“Ja, dat is de bedoeling. Dat de spreker veelzijdig en verbindend, kijkend naar het geheel, een thema uitlicht. Zelf ben ik in de jaren '50 opgegroeid, in een groot familiebedrijf met verschillende generaties. Spelend, onderzoekend, verkennend werden we groot. Een varken of koe werd op het bedrijf geslacht, het karkas hing tegen de muur. Het integrale systeem was leidend. De zorg voor elkaar, voor de boerderij en de bodem was nog vanzelfsprekend. Ik ben blij dat ik dat heb mogen meebeleven. Ik heb ook meegemaakt dat de radicale omslag kwam in de jaren '60. Toen begon een kaalslag onder boeren die nog steeds gaande is; nog steeds verdwijnen er zes boeren per dag. Er kwam een andere dynamiek in de landbouw, minder menselijk en allesbehalve verbindend. Ik ben gaan zoeken naar een aanpak waarin je meer met de natuur kunt meebewegen. Een manier van landbouw die goed is voor het geheel. Het college van Van Egmond laat zien, hoe kijkend vanuit het geheel, zaken op elkaar ingrijpen en wat de mondiale en systemische consequenties kunnen zijn van ons handelen, keuzes en beslissingen."

Van Egmond meldt dat er nu 100 miljoen vluchtelingen zijn waarvan 40 miljoen klimaatvluchtelingen. Professor Biermann van de UU verwacht dat er in 2050 maar liefst 200 miljoen klimaatvluchtelingen zullen zijn.
“De oplopende opwarming van de aarde is een grote zorg. De migratiestromen zullen toenemen omdat in grote groeiende gebieden het te warm zal worden om voedsel te verbouwen en als mens te leven. De klimaatverandering leidt tot verwoestijning voedseltekorten, cyclonen, overstromingen en waterschaarste.
 Volgens Klaas van Egmond bestaan er voor de vluchtelingenstromen uit Syrië twee redenen. Ten eerste dat Assad de landbouwpolitiek heeft veranderd, ten tweede de klimaatverandering. In Syrië viel er de afgelopen 10 jaar nauwelijks regen. Om toch water te gebruiken werd het grondwater opgepompt. Assad schafte echter onder neoliberale druk de subsidies op brandstof af, zodat de boeren geen machines en pompen meer konden betalen. Het gevolg was dat de oogst mislukte en boeren naar de stad vertrokken. Daar botsten de Sjiieten, de regerende elite, met de Soennieten, de middenstand en plattelandsbewoners. Met uiteindelijk oorlog als gevolg.”

Waar zal het volgende zomercollege over gaan? Wat zijn jullie aan het voorbereiden?
“Komende zomer gaan we in op natuurvreemde stoffen die worden gebruikt in de landbouw. Denk aan chemische en GMO toepassingen. Toepassingen die een eigen leven gaan leiden ten koste van bijvoorbeeld biodiversiteit. Ook de stabiliteit van de bodem, voor een gezonde landbouwpraktijk, heeft aan deze middelen te lijden. Zoals het geval is met glyfosaat bijvoorbeeld, dat wordt gebruikt als onkruidverdelger. Monsanto introduceerde het middel in de jaren '70 met de naam Roundup. Vervolgens ontwikkelde Monsanto genetisch gemanipuleerde zaden voor de teelt van voedsel. Zaden die planten opleveren die resistent zijn tegen glyfosaat. Ook het preventief toedienen van antibioticum bij dieren, die hiertegen resistent worden, is een voorbeeld van toepassingen die onwenselijke en zelfs gevaarlijke gevolgen hebben voor de gezondheid van de mens en voor de biosfeer als geheel.”

In zijn slotwoord pleitte professor Klaas van Egmond voor het zoeken naar de juiste schaal in de landbouw; met megabedrijven die het milieu verwoesten komen we er niet…
“Er is een vorm van landbouw en voedselvoorziening nodig waarin we de juiste schaal vinden en waarin ook het natuurlijk en sociaal kapitaal een echte prijs heeft.”

Bekijk hier het volledige verslag van het Boer, Burger, Bankier zomercollege 2016.