Dijkgraafplein, interview met Martin ten Brinke van Stadsboerderij Osdorp
Het Dijkgraafplein in Amsterdam krijgt het laagste leefbaarheidscijfers van alle Amsterdamse buurten. Een van de uitdagingen op het plein is het voedselaanbod. De Gezonde Stad ging in gesprek met Martin ten Brinke, van Stadsboerderij Osdorp. Een plek van ontmoeting en inspiratie waar we samen met de buurt werken aan een groen en gezond Osdorp; met voedsel als centrale focus.
Hoe zou jij Dijkgraafplein omschrijven?
“Dijkgraafplein is het belangrijkste plein van De Punt. Ik denk dat daar meer dan gemiddeld overlast is van diverse groepen, meer dan gemiddeld werkloosheid is en meer armoede dan gemiddeld is. Er is een optelsom van allerlei problemen die zich erger voordoen dan in andere wijken. Er zijn meerdere opvanglocaties voor verslaafden, daklozen of mensen met een psychiatrische problematiek. Dan maak je het de buurt niet makkelijker. Ik kijk ook positiever naar die buurt. Er zijn buurtbewoners die betrokken en geïnformeerd willen worden. Delen van de wijk hebben ook een veel prettiger karakter.
Als het gaat om gezondheid, grossiert een buurt niet in gezonde tentjes. Qua gezondheid ben je afhankelijk van de Vomar. De horeca is altijd een beetje dezelfde soort: shisha lounges, pizzeria’s en veel vette of zoute happen. Gezond eten kan in allerlei culturen, maar ik zie het niet. Ik hoor wel eens mensen zeggen dat als ze in een kind- en vrouwvriendelijke, gezonde omgeving wil eten ze eigenlijk de wijk uit moeten. Dat vind ik wel typerend.
Om de buurt gezonder te maken, zou je eigenlijk midden op het Dijkgraafplein een gezonde bar moeten neerzetten. Of alle snackbars een keer op de schop zetten en kijken wat je kan veranderen en kijken waar de bewoners vraag naar hebben. Wie de eerste stap zet richting een gezonde voedselomgeving, de ondernemer of de bewoner, is een belangrijke vraag. De gemeente kan hier ook in investeren. De GGD zou ook preventief breed kunnen inzetten. Als een ondernemer al niet begint, en een bewoner voor een gezonde hap de wijk uit gaat, zijn dat al twee partijen die zich al onttrekken. Scholen zijn er ook mee bezig, maar wie zet nou een stap voorwaarts?”
Dat is een sleutelvraag inderdaad
"Ja misschien moet je de vraag ook vaker centraal stellen. En dat we zeggen, ‘we beginnen ergens’. Ik denk dat de bewoners wel een aangrijppunt zijn, vooral als ze kinderen hebben. Er is een redelijk bewoners belang om te veranderen. Verandering kan klein, samen en is misschien niet voor de hand liggend."
Wat is het plein in een paar steekwoorden voor jou?
“Het Dijkgraafplein, ‘is geen plein’, is een steekwoord. Is gevaarlijk qua verkeer. Is onvoldoende een verblijfsruimte. Is onvoldoende een mooi, groen, levendig hart van de buurt, is onvoldoende van de buurt, en er valt niks te beleven.”
Met onvoldoende van de buurt, wat bedoel je daarmee precies?
“Ik voel veel anonimiteit daar. Dijkgraafplein is een doorgangs plein waar je van de ene locatie naar de andere gaat. Je gaat daar niet even lekker gaat zitten in jouw groen. Sowieso hebben de buurten hier dat er weinig geïnvesteerd wordt in een mooie omgeving en dat is jammer. Alles is goedkope bouw. Bijvoorbeeld dat flatgebouw bij het plein. Pas met een deskundig oog zie je dat het wel bijzondere architectuur is, maar het is ook groot en anoniem. En die onderdoorgang, dan denk je ‘ik loop wel een blokje om’.”
We hebben het er al uitgebreid over gehad, maar zijn er nog overige belemmeringen voor een gezond voedselaanbod op Dijkgraafplein?
“Ik heb het weleens aan de gemeente gevraagd, ‘waarom zitten daar buurt onvriendelijke bestemmingen?’ Toen was het antwoord dat ze daar niet zo veel grip op hebben nadat ze al een vergunning hebben afgegeven. In hoeverre kan een gemeente meesturen in gezonde bestemmingen, die buurt-vriendelijk zijn? Dat verhaal van weinig sturing hebben, daar ligt een kans.”
Dit sluit eigen nauw aan bij de volgende vraag, namelijk over welke kansen je ziet voor een gezonde voedsel omgeving op Dijkgraafplein?
“Je moet zeker kijken naar waar royaal winst valt te boeken. Ik hoop dat de gemeente daarin wat meer sturend wordt en kan bepalen wat er wel en niet komt. Aan de andere kant denk ik dat de Vomar met buurtbewoners gewoon lekker kan beginnen en bedenken over wat binnen nu en een half jaar haalbaar is. Dan denk ik aan een gezonde foodtruck. Ik denk ook aan het stimuleren van een gezonde markt. Dat er een leuk aanbod is en ook voor de kleinere portemonnee. Misschien hoort daar ook een subsidie bij. Dit is ook zo belangrijk in preventieve zin, maar je kan dit niet van bovenaf opleggen. Dan komt niemand er op af. Het moet vanuit de buurtbewoners komen en je hebt een goede marktmanager nodig. Het is helemaal niet zo makkelijk, maar het is wel het overwegen waard.
Ook kan je op andere fronten starten, de insteek voor gezondheid hoeft misschien niet vanuit voedsel te zijn. Sport en spel zijn ook belangrijk. Misschien moet er wel een fitnesscentrum komen en moeten we daar veel meer prioriteit aan geven. Dan zijn er leuke dingen te doen in de buurt. Misschien loopt voedsel dan wel mee.”
Als eerste stap richting een gezond voedselaanbod heb je gezegd dat je het belangrijk vind om concreet iets neer te zetten…
“Ik denk ook wel op verschillende niveau’s. Je moet met anderen ook een goede analyse maken van de situatie. maar je moet wel ergens beginnen en het zichtbaar maken. Het is belangrijk dat dingen worden doorgepakt, ook in een kortere tijd. Dan zien mensen dat als ze meehelpen en meedenken, dat dat iets oplevert. Buurtbewoners hebben een andere tijdspan dan mensen van de GGD, die vijf of tien jaar plannen hebben. Een bewoner wil dat het sneller veiliger wordt en dat de kinderen lekker kunnen spelen.”
Hoe maak jij samen met anderen de buurt gezonder?
“Wij doen ook maar ons best. We kiezen voor vegetarisch eten. Dat is ook wel een principiële keuze en een statement. We doen het ook door samen met de bewoners te werken. Bijvoorbeeld onze buurtmaaltijd, gemaakt door en voor buurtbewoners. We proberen onze activiteiten betaalbaar te houden, en als dat niet lukt vraag ik een subsidie aan. In onze moestuin te laten zien hoe je je eigen groente en fruit kan verbouwen en hieromheen workshops organiseren. Ik vind de voedselomgeving een goede focus, maar voor mij is gezondheid ook dat je een goed leven hebt. Dat je denkt ‘ik doe ertoe’, ‘ik hoor erbij’, ‘ik draag bij’. Voedsel is een aspect van gezondheid voor mij, maar niet alles.”
Waarom vind je een gezonde voedsel omgeving in Amsterdam belangrijk?
“Het is overal belangrijk, maar in of rondom een stad wordt maar een heel klein deel van ons voedsel verbouwd. Dat zou natuurlijk veel meer mogen. Daarnaast denk ik dat er veel gezondheidsverschillen zijn in de stad, die volgens mij gelijk oplopen met andere verschillen; inkomensverschillen, baankansen, etc, terwijl iedereen het echt verdient om gezond eten op tafel te hebben.”
Wat is bij Stadsboerderij Osdorp je favoriete activiteit die jullie organiseren met betrekking tot gezond eten?
“De woensdag waarbij we de buurtmaaltijden organiseren, en we echt proberen te zorgen dat iedereen kan aanschuiven. Dat is heel waardevol en verbindend. Of onze workshops, als de kinderen samen iets gemaakt hebben en dat samen opeten, zijn eigenlijk altijd wel succesnummers. De combinatie van zelf maken, leren, en eten werkt goed.”
Zou je ook een tip willen meegeven aan Amsterdamse ondernemers?
“Neem je verantwoordelijkheid als het om gezondheid gaat. Ben je ervan bewust dat als het voedselaanbod in de buurt niet betaalbaar of gezond is, je weet wat daarvan de gezondheidsgevolgen van zijn. Ga een keer na wat daarin jouw bijdrage is en wat je zou kunnen veranderen. Kom uit je comfortzone en kijk misschien een keer over de schutting bij een andere ondernemer of vraag een keer aan een bewoner wat ze graag willen dat je aanbiedt.”
En wat zou je mee willen geven als tip aan Amsterdammers over dit onderwerp?
“Neem zelf initiatief, met buurtgenoten, of met je school, of met wie dan ook om samen te investeren in gezond voedsel. Dit kan van alles zijn: een eetcafeetje, een buurtmaaltijd, een pop-up restaurantje, er zijn allemaal dingen denkbaar. Je kan jezelf verrassen met het initiatief dat je neemt.”