Dijkgraafplein, interview met Marion Koopmann van bloemenkiosk Daisy
Het Dijkgraafplein in Amsterdam krijgt het laagste leefbaarheidscijfers van alle Amsterdamse buurten. Een van de uitdagingen op het plein is het voedselaanbod. De Gezonde Stad ging in gesprek met Marion Koopmann, bloemiste op Dijkgraafplein.
Hoe zou jij het Dijkgraafplein omschrijven?
“Ik heb er eigenlijk niet echt een mening over, want ja het is heel saai.”
Er gebeurt niet veel?
“Het is ook niet een plein om uitnodigend te zijn en als je dat wel zou gaan doen, wordt dat alleen maar misbruikt, zowel door dronkenlappen als door reljeugd.”
Wat is het plein in een paar steekwoorden die het herkenbaar maken voor jou?
“Eenzijdig, saai en niet gezellig.”
Ons onderwerp gaat over een gezond voedselaanbod. Wat zijn volgens jou de uitdagingen op Dijkgraafplein voor een gezond voedselaanbod?
“Als eerste zeg ik stop met al die horeca. Het is aan de andere kant denk ik geen haalbare kaart om daar een of andere biologische winkel neer te zetten. Ik denk dat die winkels te duur zijn. Dan komen de mensen ook niet, want ze gaan eigenlijk zo goedkoop mogelijk. Je had vroeger detailhandel op het plein, maar in de loop der jaren zijn ze allemaal weggegaan.”
Dus je hebt het winkelaanbod echt zien veranderen?
“Jazeker we hadden alleen maar winkels. Langzamerhand ging iedereen eruit en dan kwam er horeca in de plaats. Het is een beetje eenzijdig. En het feit dat er alleen maar mannen zitten, nodigt niet uit om erbij te gaan zitten.”
Dat viel ons ook op, dat daar niet families zitten of mensen samen komen. Maar, welke kansen zie je voor een gezonde voedselomgeving op Dijkgraafplein?
“Nou ik zou het niet weten. Ik denk dat het allemaal verloren energie en verloren geld is.”
Er is bijvoorbeeld een vernieuwing geweest bij Osdorpplein. Zijn er daar dingen waarvan je zegt dat dat voor Dijkgraafplein ook overgenomen zou kunnen worden?
“Specifiek over gezonde voeding?”
Ja, maar dat kan een breed begrip zijn.
“Ja je kan een markt neerzetten, maar dat is voor de meeste mensen te duur. Het moet betaalbaar zijn, daar gaat het om. Als je groente en fruit gaat verkopen wat is afgekeurd voor de reguliere verkoop, dan heb je kans dat dat loopt. In die richting zou je kunnen denken. Ik denk namelijk dat het in een winkel allemaal te duur is.”
Wij hebben weleens gehoord dat een nieuwe gezonde winkel opzetten risicovol zou zijn, maar dat een gezonde foodtruck, iets meer pop-up, wel een optie zou zijn. Hoe kijk je daar tegenaan?
“Een foodkraam met bijvoorbeeld haring, vis of groente, een keer in de week zou wel leuk zijn. Maar of dat ook loopt? Ik weet het niet. Ik zie het bij mezelf ook. Ik sta drie dagen bij mijn bloemenkiosk. De andere dagen is het ‘s morgens heel stil op het plein. Aan het eind van de week kopen de mensen nog wel bloemen maar voor de rest eigenlijk niet. Ik denk dat het met eten ook zo is. Iedereen is toch een beetje behouden. Aan het eind van de week worden dan dingen gekocht en is het geld op. Zo moet je het ook zien.”
Hoe maak jij samen met anderen de buurt gezonder? Hoe kan je dit met andere partners en de buurt doen?
“Ik ben zelf wel bezig met gezondheid, maar dat ligt bij de mensen zelf: wat koop je, wat snoep je, wat haal je? Dat ligt aan jezelf en dat moet je zelf doen. Dat kan je niet voor een ander bedenken. Net zoals dat mensen naar de sportschool gaan en andere liever thuis Netflix kijken.”
Dus eigenlijk is het beter om andere prioriteiten te hebben op Dijkgraafplein?
“Het enige wat ik denk, is dat als je iets neerzet een keer in de week, dat dat een haalbare kaart is. Maar ik zie het bij mij aan de overkant met die groenteman, die was er op een gegeven moment ook mee gestopt. Het loopt op de een of andere manier gewoon niet. Mensen lopen ook sneller naar de supermarkt, en halen daar toch goedkoper eten.”
Moet er volgens jou gezorgd worden voor meer toegankelijkheid voor een gezonde voedselomgeving?
“Het is natuurlijk beter dan dat je allemaal zoetigheid hebt, maar wat ik zeg; een keer in de week, dat zou goed zijn. Dan kunnen mensen daar inslaan. Je zou het kunnen proberen met een proef. Want weet je wat het is? Mensen moeten dan ook gaan koken en daar hebben ze geen tijd voor of zin in. Want je kan gezond eten, maar daar moet je wel iets voor doen. Voorbewerkte maaltijden zijn lekker zout. Bovendien begrijp ik het wel, als je werkt wil je snel iets op tafel zetten.”
“Volgens mij begint het op school. Ik denk dat je daar beter kan beginnen, met gezonde dingen aanleren, dat ze dat kunnen proeven. Soms weten kinderen niet eens wat voor soort groente of fruit het is of hoe het smaakt. Er zitten genoeg scholen bij ons in de buurt. Dan kunnen kinderen gaan zeggen, “Hey mama, dan moet je dit of dat kopen, want dat hebben we op ook school.” De jeugd is de toekomst en die moet je anders instrueren. Als je dan het ontbijt op school gaat verzorgen, kan je net zo goed ook de lunch verzorgen denk ik. Geef de kinderen dan een lekkere warme maaltijd. Je kan er zelfs een les aan koppelen zodat kinderen leren over gezonde voeding. Hoe die ouders dan eten is hun zorg, maar dan krijgen de kinderen in ieder geval goede voedingsstoffen binnen.”
Er is een gezonde school in de buurt, dus dat zou je kunnen uitbreiden?
“Ja dat kan, maar het is wel moeilijk om dat op korte termijn te realiseren. Ouders willen toch de regie over wat hun kind eet. Maar de foodtruck zou kunnen werken, maar ik weet niet waar je dat op het plein zou zetten. Ze willen bankjes plaatsen maar dat moet je niet doen; daar krijg je alleen maar vandalisme mee.”
Dus dan beter die stal in plaats van de bankjes? Want, als er dus iets aan een gezonde voedselomgeving gedaan wordt, wat zou je dan willen zien als eerste praktische, concrete stap die de gemeente doet?
“Ja gewoon midden op het plein om te proberen of dat werkt, met groente en fruit van de bioboer dat goedkoop aangeboden kan worden, omdat het afgekeurd is voor de reguliere verkoop. Dan kunnen ze dat ook kwijt, want mensen zijn gek op koopjes. Zo’n stal geeft ook leven en dat zou heel leuk zijn. Je zou ook een sap kunnen aanbieden, of het aantrekkelijk maken doordat je iets kan proeven. Als je iets kan proeven nodigt dat altijd uit tot kopen. Maar ik zou er geen winkel van maken. En alleen groente en fruit hé! Geen bloemen!”