Amsterdamse compost
Verschillende boeren experimenteren de komende tijd met compost gemaakt van groente-, fruit- en tuinafval van huishoudens uit de Metropoolregio Amsterdam. Dit is onderdeel van Living Lab: Donutboeren waarin de gemeente Amsterdam werkt aan circulariteit in de voedselketen. Begin juni begon ze met een nieuw experiment: compost uit Metropoolregio Amsterdam leveren aan boeren in de eigen regio. Dat klinkt logisch, maar in de praktijk wordt er nog veel rondgereden met compost, dat - afhankelijk van de kwaliteit - in het hele land een gewild product is. Door lokale afnemers te zoeken voor het groente, fruit- en tuinafval van Amsterdamse huishoudens, probeert de gemeente de kringloop lokaal te sluiten. Een succesvol plan? We vragen het aan de deelnemende boeren en GFT-verwerker Meerlanden.
Op het terrein van MijnStadstuin, het bedrijf van boer Sem Roefs, werd een lading van ca. 15 kuub compost gestort (een kleine vrachtwagen). Dat klinkt veel, maar de moestuinen gebruiken per jaar wel 180 kuub. MijnStadstuin biedt verschillende diensten aan, waaronder de mogelijkheid om je eigen moestuin te hebben. In die tuin kan je aan de slag met het verbouwen van fruit en groente, al dan niet onder begeleiding van Sem en zijn collega’s. Daarnaast heeft MijnStadstuin haar eigen projecten, zoals een voedselbos, en zitten er een aantal ondernemers op het terrein. In al die projecten speelt compost een belangrijke rol.
We zijn erg benieuwd, Sem, hoe bevalt de compost?
“Best wel goed! We gebruiken het voor de moestuinen, en van de tuinders krijg ik doorgaans niet zoveel feedback, behalve als het erg slecht is, maar ik heb wel zelf een test gedaan en ben er erg over te spreken dat er geen plastic in zit. De structuur is fijn, en hij is ook heel potent. Een van de ondernemers heeft het ook geprobeerd en was daar erg enthousiast over, hij vroeg me waar hij het kon kopen!”
Je zegt het een beetje verbaasd, had je meer verontreiniging verwacht?
“Ja, dat ben ik gewend. Normaal gesproken zit in alle compost die ik ontvang wel plastic. Als het groencompost is, gaat het bijvoorbeeld om elastiekjes van snijbloemen, in berm-compost vind je vaak resten van blikjes. Ik heb een keer compost teruggestuurd omdat die te verontreinigd was, dat was best heftig, omdat het om een grote lading ging, maar dat heeft de leverancier heel netjes afgehandeld.”
Boer Martin Topper van akkerbouwbedrijf Zonneheerdt deelt deze ervaring. Hij stapte van GFT-compost over naar groencompost dat gemaakt wordt van groenafval uit o.a. parken en natuurgebieden. Hoe zit dat?
“Er zat te veel troep in de compost uit de stad: aardappelschillen met schilmesjes, kerstbomen met lampjes. Soms hoor ik dat er complete accu’s in zitten! Ook zijn de kwaliteitsnormen voor gft verruimd, er mag nu wel 2,5 procent glas in zitten. Dat wil ik niet op mijn land. Als je vervuild spul op je land gooit, betekent dat dat je vervolgens een vervuild product krijgt.”
De kwaliteit van GFT is voor de boeren dus van groot belang. Meerlanden, een bedrijf dat zich richt op afvalinzameling, recycling en reiniging, weet dit, en doet hier haar uiterste best voor. Gert Jan Klaasse Bos is manager compostering en vergisting bij Meerlanden en neemt ons mee in hun benadering:
“Compost is een product en geen afvalstof. Dat begint aan de voorkant met wat er binnenkomt. Amsterdam is lang geleden gestopt met het inzamelen van GFT omdat het teveel vervuild was, maar onder andere door succesvolle bottom-up initiatieven is daar verandering in gekomen. Ook accepteren we nu veel minder vervuiling in het GFT wat we innemen. Binnen ons bedrijf zijn we overgestapt naar veel fijnere zeeftechnieken. We zijn heel kritisch op het materiaal dat binnenkomt uit de woonwijk, direct van de burgers. Die strenge regels zorgen ervoor dat we hele mooie compost kunnen maken.”
Uit alles blijkt dat de consument een belangrijke rol heeft in dit verhaal, hoe maakt Meerlanden haar daarvan bewust?
“Wij maken contact met de consument door een compostdag te organiseren, waarop we compost uitdelen bij milieustraten en het bezorgen bij moestuinders. We willen dat mensen beseffen dat wat ze in de bak gooien, ook weer een bestemming krijgt. Dat ze geen verpakkingen bij het GFT gooien. Dat proberen we steeds meer uit te dragen.”
De komende tijd zal verder worden uitgezocht hoe Amsterdamse compost bij lokale boeren terecht kan komen. Voor kwalitatief hoogwaardige compost is in ieder geval genoeg interesse. Ter illustratie, het bedrijf van Martin gebruikt wel 400 ton compost op jaarbasis. Op dit moment gaat er in regio Amsterdam veel compost naar de bollensector, maar Meerlanden wil graag onderzoeken hoe ze Amsterdamse boeren kunnen bedienen. Of de boeren daadwerkelijk lokaal kunnen worden voorzien hangt onder andere af van de hoeveelheid zuivere GFT die wordt aangeleverd, en daar kun jij bij helpen. Met de woorden van Martin:
“Mensen die scheiden: scheidt het goed! Gooi geen mesjes en dingen in je compost, het komt allemaal weer in de voedselketen.”
Foto van Martin Topper door Monavid
Achtergrondinformatie:
Bemesten met compost, hoe zit dat? En waar doe je het voor?
Om te telen op een stuk landbouwgrond, of in een moestuin, is het belangrijk dat de bodem geschikt is. Veel factoren spelen daarbij een rol, waaronder de hoeveelheid voedingsstoffen (nutriënten) die op voorraad is in de bodem. Nutriënten zijn afkomstig uit organische stoffen, en kunnen in de bodem gebracht worden door te bemesten. Dit kan met dierlijke mest, maar ook met compost. Doorgaans wordt er gewerkt met compost op basis van GFT (groente-, fruit- en tuinafval) of op basis van bomen- en plantenresten, zogeheten groencompost. Tijdens de teelt worden nutriënten afgebroken, dat betekent dat het organische stofgehalte omlaag gaat, en met bemesten genereer je een stukje (her)opbouw. Die opbouw is belangrijk, want een hoog gehalte zorgt voor een betere bewerkbaarheid en een betere waterhuishouding: de bodem kan dan meer vocht vasthouden. Daar heb je in een droge periode profijt van.